Begeleiden van een nieuw leven
Op zich zijn dracht en bevalling geen ziekten, maar toch kunnen zich rond dit thema behoorlijk wat lastige problemen voordoen. Daarom is in homeopathie praktijk de begeleiding hiervan bij honden een veel voorkomende hulpvraag. Het doel van dit artikel is om inzicht te geven in wat homeopathie kan betekenen in het proces van bevruchting tot geboorte. Stapsgewijs worden de verschillende stadia verkend, waarin zowel preventief als curatief voorgeschreven kan worden. Het spreekt voor zich dat in ernstige of levensbedreigende situaties altijd medische hulp moet worden ingeroepen.
In dit artikel gaan wij in op de fases van het ontstaan van nieuw leven. Aan bod komen de vruchtbaarheid, conceptie, dracht en bevalling. We bespreken daarbij de kenmerken en de veelvoorkomende problemen van die fase en de wijze waarop homeopathie gebruikt kan worden om die fase te begeleiden. Als gevraagd wordt om de dracht homeopathisch te begeleiden, begint Hildegard Dijkgraaf daarmee bij voorkeur ruim voor de vruchtbare periode en gaat zij door tot na het moment waarop de pups het nest verlaten.
Het meest ideale tijdstip voor het starten van de homeopathische begeleiding is naar haar mening namelijk vier tot zes maanden voordat de dekking plaatsvindt. In deze periode kan de gezondheid van het moederdier geoptimaliseerd worden. Later in dit artikel wordt duidelijk waarom dit zo belangrijk is. Voor de begeleiding wordt gekeken naar de huidige gezondheid van het dier en naar klachten, met name hormonale onbalans, die het dier in het verleden heeft gehad. Ook wordt naar de familiaire ziektegeschiedenis gekeken.
Vruchtbaarheid
Om drachtig te kunnen worden, moet er sprake zijn van vruchtbaarheid. Echter, infertiliteit is een steeds vaker voorkomend probleem. De twee hoofdredenen hiervoor zijn: hormoongebruik in het verleden bij het moederdier en inteelt. Dit laatste betreft dan zowel de vader als de moeder. Hormoongebruik, waaronder de (prik)pil, geeft een eenzijdige hormonale verstoring die kan leiden tot onvruchtbaarheid. Zeker bij dieren die vanuit een familiaire of rasgebonden predispositie al ontvankelijk zijn voor hormonale onbalans, is dit een gevaar. Denk bij een hormonale onbalans aan een loopsheid die uitblijft, te laat of te heftig is. Andere indicaties voor een hormonale onevenwichtigheid zijn hinderlijke schijndrachten in de voorgeschiedenis. Hormonale onbalans kan leiden tot het niet rijpen van eitjes of tot een verstoring van de innesteling van de vrucht in de baarmoeder.
Conceptie
Tussen conceptie en innesteling in de baarmoeder vindt een belangrijk proces plaats. In een cel bevinden zich naast een kern met DNA ook mitochondriën. Zij regelen de energievoorziening van de cel en zorgen ervoor dat de stofwisselingsprocessen goed verlopen. De eicel en de zaadcel bevatten ook mitochondriën. Bij versmelting van de zaadcel en de eicel krijgt het jonge dier altijd de stofwisseling van de moeder mee. Het immuunsysteem en de stofwisseling zijn nauw met elkaar verbonden en vormen een belangrijke basis voor de ontwikkeling en gezondheid van het nieuwe leven. Het is daarom van het grootste belang dat het moederdier in een goede conditie verkeert tijdens de conceptie. Als zij in het verleden klachten heeft gehad op het vlak van immunologie, stofwisseling of hormoonhuishouding is het zinvol de teef voorafgaand aan de dekking constitutioneel te begeleiden.
Dracht
Als ook de innesteling succesvol verloopt, is het dier drachtig. De pups zijn rond de 28 dagen voelbaar en echografisch zichtbaar. Bij een totale draagtijd van 63 dagen kun je begrijpen dat de dracht op dat moment al aardig gevorderd is. Daarom heeft het bij het homeopathisch begeleiden van de periode van de dracht zelf, de voorkeur om zo snel mogelijk te starten en niet te wachten tot de vierde week van de dracht.
Belangrijk om te beseffen is dat de embryo’s zich ontwikkelen op de levenskracht van de moeder. Hoe meer levenskracht beschikbaar is, hoe beter het is voor de jongen. De dracht kost het moederdier veel energie; dit betekent extra gebruik van levenskracht. Het is homeopathisch mogelijk om dit verlies te beperken en de levenskracht te mobiliseren, met als bijkomend voordeel dat de jongen daarvan sterk mee profiteren en beter bestand zijn tegen alle mogelijke invloeden.
Daarnaast helpt het homeopathisch middel de moeder tijdens de dracht de verstoringen die er kunnen zijn, zoals bacteriën of virussen, gemakkelijker te overwinnen. Dit geldt ook voor dieren die onder moeilijke omstandigheden drachtig zijn.
Omdat snel delend weefsel gevoelig is voor röntgenstraling wordt bij mensen het contact tussen het ongeboren kind en röntgenstraling vermeden. Bij dieren gebeurt dat niet. Daarom is het van groot belang om door middel van homeopathische begeleiding van de teef de levenskracht en het herstelvermogen van de ongeboren jongen te optimaliseren.
Bevalling
Als de teef voorafgaand aan de conceptie en gedurende de dracht homeopathisch begeleid is, verloopt de bevalling in de regel voorspoedig. Toch kan desondanks hulp nodig zijn.
De geboorte zelf is in te delen in drie fasen: de voorbereidingsfase, de ontsluitingsfase en de uitdrijvingsfase. In de voorbereidingsfase bereidt de teef zelf het nest voor. Veel dieren hebben nog steeds de drang om een hol te graven; zij doen dit door het graven in de doeken of kranten in de werpkist. In de ontsluitingsfase heeft de teef weeën. Deze beginnen 12 tot 24 uur voordat de pups geboren worden. De lichaamstemperatuur daalt nu ook zo’n 1 tot 2 graden. De dieren hebben minder trek dan normaal en ze plassen en ontlasten meer.
Tijdens beide bovengenoemde fases kan de teef te onrustig zijn. Vaak is een te grote onrust in deze fases al een teken dat het verdere verloop niet optimaal zal zijn. Overigens ligt hier voor de eigenaar een belangrijke taak om zelf rustig te blijven, steun te bieden maar er niet boven op te zitten. Op de onrust van de teef kan een homeopathisch middel worden ingezet, zodat de teef dichter bij zichzelf blijft.
Vlak voor de uitdrijvingsfase begint en de teef gaat persen, zal de ademhaling sneller gaan. Vaak krijgt de teef een wat naar binnen gekeerde blik of wordt ze extra aanhankelijk. Hoe beter de conditie en de hormonale balans van de teef zowel voorafgaand aan de dekking als tijdens de dracht is, hoe beter de teef instinctief weet wat ze moet doen en hoe voorspoediger de hele bevalling verloopt. Als alles goed gaat, zal de teef met tussenpozen van 45 minuten tot 2 uur een jong baren, deze uit het vlies halen, de navelstreng doorbijten en de placenta opeten. Een knelpunt tijdens de bevalling is weeënzwakte. De weeën kunnen afnemen door vermoeidheid of gebrek aan hormonale input. Beiden vragen een andere homeopathische benadering.
Postpartum
Als alle jongen zijn geboren, gaat de moeder na het zogen en een uitgebreide likbeurt van haar kleintjes vaak wat dommelen. Ze ligt er dan tevreden bij. Dit is de normale situatie. Het kan echter ook voorkomen dat de teef onrustig is en uit de werpkist stapt. Vaak heeft ze dan moeite weer in de werpkist te stappen en de pups te laten drinken. Een ander probleem dat zich kan voordoen, is dat de sanitaire verzorging te wensen overlaat. Dit is een hormonale kwestie waarbij de teef geen ‘moedergevoelens’ heeft. Meerdere keren heeft Hildegard mogen meemaken dat door de inzet van een homeopathisch middel, tot grote opluchting van de eigenaar, de teef als een blad aan de boom omdraaide en haar jongen ging verzorgen.
De jongen
Mocht ondanks alle goede zorgen één of meerdere pups toch startproblemen hebben, dan kan ook hier homeopathie mild en doelmatig hulp bieden. Hierdoor verloopt de start van hun leven voorspoedig, wat een winstpunt is voor hun verdere ontwikkeling.
Een voorbeeld uit de praktijk
Aan de hand van een voorbeeld willen wij illustreren hoe die begeleiding er in de praktijk kan uitzien. Hieronder wordt slechts een samenvatting weergegeven. De volledige uitwerking van de casus is op te vragen via secretariaat@vhcn.nl.
De hulpvraag
Donna is een Schotse Collie langhaar van vier jaar. De eigenaren komen in de praktijk van Hildegard Dijkgraaf met de hulpvraag voor ‘homeopathische begeleiding van de eerstvolgende dracht’. De verwachting is dat Donna over vier maanden loops wordt.
De anamnese
Donna heeft een jaar geleden een nestje gehad, waarbij er sprake was van slechte moederzorg; ze wilde de pups niet vrijwillig zogen en de sanitaire verzorging liet ze aan de eigenaren over. Donna werkte alles rap af en ging ondanks dat ze een kersverse moeder was, weer vlot haar eigen gang.
Tijdens de anamnese blijkt dat er hormonaal meer aan de hand is. Haar eerste loopsheid brak pas met vijftien maanden door en ze was daarbij langdurig erg sloom en emotioneel kwetsbaar. Al snel ontwikkelde zich een schijndracht die lang aanhield en waarin haar gedrag erg wisselend was (dan uitgelaten, dan sloom). Om die reden kreeg Donna voorafgaand aan haar eerste nest anderhalf jaar de prikpil. De prikpil veranderde het gedrag van Donna. Ze was kribbig en snauwde de andere honden in huis maar ook die op straat af. Ze werd minder aanhankelijk en was meer teruggetrokken. Ze had een uitstraling van ‘laat mij met rust’ en gaf iedereen die te dicht in haar buurt kwam ervan langs.
De eigenaar, een fokker, had zowel haar moeder als grootmoeder in huis waardoor een familie-analyse ook mogelijk was. Uitvragen daarvan leverde belangrijke informatie op, in ieder geval al vanaf de overgrootmoeder waren er hormonale problemen rond de loopsheid en de nestzorg. Het waren problemen die zich qua intensiteit iedere generatie in stijgende lijn ontwikkelden.
Het advies
Het is duidelijk dat zonder homeopathische begeleiding de komende dracht van Donna hoogstwaarschijnlijk niet probleemloos zou gaan verlopen. Hildegard legt de eigenaren haar bevindingen uit en geeft aan dat de homeopathische begeleiding van Donna het beste gelijk gestart kan worden en zal doorlopen tot na de bevalling. De problemen zitten diep verankerd waardoor één enkel zetje niet voldoende zal zijn om het gehele proces soepel te laten verlopen. We komen inderdaad overeen dat we tijdens het hele traject Donna begeleiden met homeopathie. Hildegard zet daarbij verschillende remedies in. De details over het precieze moment en de wijze waarop deze middelen worden ingezet, laten wij hier achterwege.
Het resultaat
Het resultaat van de gehele begeleiding was dat de loopsheid zonder al te grote problemen verliep, dat de dracht voorspoedig was, de bevalling soepel verliep en Donna goede moederzorg gaf met als gevolg gezonde pups die een goede start hebben gehad.
Conclusie
Het voorgaande laat zien dat het homeopathisch begeleiden van het hele proces van bevruchting tot geboorte veel problemen kan voorkomen en oplossen.